Bij Haelen ontspoorde een reizigerstrein op een wissel, dat door de hitte was uitgezet. Ondanks de grote ravage vielen er slechts twee lichtgewonden.

Bronnen

• "Weer twee ongelukken bij de Nederlandse Spoorwegen" (De Maasbode, maandag 18 juli 1955)

Vergelijkbare ongevallen

• De Vink 1926: Ten zuiden van halte De Vink, nabij Leiden, ontspoorde een sneltrein. Een deel van de wagens belandde in de sloot, waarbij vier mensen om het leven kwamen. De ontsporing was veroorzaakt door een slechte toestand van de baan.
• Bloemendaal 1940: In Bloemendaal botste een reizigerstrein in dichte mist op een ontspoorde goederentrein. Er vielen twee gewonden.
• Weesp 1918: Bij Weesp ontspoorde een sneltrein omdat de spoordijk het begaf. De trein stortte van het talud, waarbij 41 passagiers om het leven kwamen. Het was tot 1962 het dodelijkste spoorwegongeluk in Nederland.
• Hulshorst 1918: Bij Hulshorst ontspoorde een goederentrein, omdat het spoor was opgebroken bij werkzaamheden. Er vielen geen gewonden.
• Oostdijk 1971: Tussen Oostdijk en Krabbendijke ontspoorde een Intercity, die met hoge snelheid tegen een vloeddeur was aangereden. De deur was losgeslagen in een storm. Er vielen 23 gewonden onder de treinpassagiers.
• Amsterdam 1956: De sneltrein Amsterdam-Groningen ontspoorde en boorde zich in een tegemoetkomende stoptrein. Een reiziger van de stoptrein kwam om het leven. Een materiaaldefect was vermoedelijk de oorzaak.
• Sint Hubert 1926: Tussen Haps en Mill bezweek de spoorbrug over de Raam het onder het gewicht van een passagierstrein. De locomotief kwam in het water terecht, maar er vielen geen gewonden. De brug had het begeven door het hoge water na de overstroming van de Maas.
• Houten 1917: Bij Houten ontspoorde een reizigerstrein. Er vielen elf gewonden, maar koningin Wilhelmina, die ook aan boord was, bleef ongedeerd.
• Holwerd 1948: Op het station van Holwerd reed een goederentrein op een aantal stilstaande goederenwagons. Eén persoon op de stilstaande trein kwam om het leven. De goederentrein was uit de rails gelopen, waarschijnlijk door de slechte staat van het spoor.
• Leidschendam 1948: Bij Leidschendam ontspoorde een reizigerstrein als gevolg van spoorspatting. De tegentrein uit Amsterdam botste tegen de ontspoorde trein. Er vielen geen gewonden.

Andere ongevallen in de buurt

• Haelen 1992 (1 km): Bij Haelen reed een Intercity in op een vrachtwagen, die stilstond op een overweg. De trein ontspoorde en er vielen vier gewonden.
• Baexem 1967 (5 km): Op een overweg bij Baexem werd een vrachtwagen aangereden door een trein. Drie mensen kwamen om het leven.
• Roermond 2003 (5 km): Op station Roermond botste een reizigerstrein frontaal op een goederentrein. Tientallen reizigers raakten gewond, de machinist bleek door een hartinfarct een rood sein te zijn gepasseerd en overleefde het ongeluk niet.
• Roermond 1913 (5 km): Op station Roermond botsten twee goederentreinen door een verkeerde wisselstand op elkaar. Twee remmers van een van de treinen kwamen om het leven.
• Roermond 1942 (6 km): Op station Roermond werd door de seinwachter een verkeerd sein bediend, waardoor trein 7005 ontspoorde en in de rivier Roer belandde.
• Herkenbosch 1940 (14 km): Tussen Herkenbosch en de Duitse grens reed een losse-loctrein frontaal op een tegenmoetkomende goederentrein. Beide machinisten kwamen om het leven.
• Weert 1940 (17 km): Bij Weert botste een reizigerstrein op een paar losgeslagen kolenwagens. Een conducteur van deze goederenwagons kwam om het leven.
• Susteren 1950 (19 km): Bij Susteren botste een sneltrein uit Amsterdam achterop een stilstaande kolentrein. Vijf wagens van de kolentrein werden vernietigd, in de reizigerstrein ontstond brand en een vierwagenstel brandde volledig uit. De machinist en de conducteur van de sneltrein raakten lichtgewond.
• Weert 1998 (20 km): Tussen Heeze en Weert reed een reizigerstrein een overstekende tractor aan en ontspoorde. Een goederentrein van de andere kant reed op de ravage in. De bestuurder van de tractor kwam om het leven, vier treinreizigers raakten gewond.
• Venlo 1963 (22 km): In Venlo ging een opgestelde locomotief aan de rol omdat de handrem niet goed was vastgezet. De loc reed van een in aanbouw zijnde brug af en landde op een lager gelegen fietspad, waar hij net twee passerende fietsers miste.